Verwarm niet meer dan nodig
Zet je thermostaat één graad lager en je energieverbruik daalt met ongeveer 6%. In woon- en studeervertrekken is 20 à 21 °C voldoende. Gedurende de nacht je verwarming helemaal uitzetten is geen goed idee. De beste nachttemperatuur is 16 °C. Als je thuis werkt, maar ook in veel andere gevallen, is zoneregeling de investering waard.

Draag zorg voor je cv-installatie
Stookinstallaties op vloeibare of vaste brandstof (zoals stookolie, kolen of hout) moeten jaarlijks een inspectie ondergaan. Voor gasgestookte ketels moet het onderhoud om de 2 jaar gebeuren in Vlaanderen en om de 3 jaar wanneer je in Brussel woont. Een goed onderhouden installatie heeft een hoger rendement, waardoor de verwarmingsfactuur daalt en ook het risico op CO-vergiftiging vermindert.

Vervang indien nodig je oude cv-ketel
Als je ketel ouder is dan 20 jaar, investeer dan in een nieuwe ketel. Wacht wel om je ketel te vervangen totdat je huis geïsoleerd is. Door te isoleren verminder je de behoefte aan verwarming en zal een kleinere ketel voldoende zijn. Kies een ketel die moduleert vanaf 25% van zijn vermogen of lager. Zo’n ketel past zijn vermogen goed aan aan de warmtevraag.

Installeer een programmeerbare kamerthermostaat
Heb je nog een kamerthermostaat met een draaiknop, investeer dan in een programmeerbare kamerthermostaat. Daarmee kan je elke dag apart programmeren en kan je bij afwezigheid de temperatuur automatisch verlagen. Een kamerthermostaat moet altijd worden opgehangen op een plaats waar de temperatuur representatief is voor de hele woonkamer. De ideale hoogte is 1,50 m.

Vermijd warmteverliezen
Plaats tochtstrips en een tochtborstel aan tussendeuren naar onverwarmde ruimtes. Dicht spleten in de brievenbus en rolluikkasten. Omwikkel de leidingen van de centrale verwarming met isolatiemateriaal. Sluit ’s avonds gordijnen en rolluiken en let erop dat de gordijnen niet voor de radiatoren hangen. Met verkeerd opgehangen gordijnen kan je tot 10% meer warmte verliezen dan wanneer je geen gordijnen zou hebben. Bedek radiatoren niet met wasgoed en zet er geen meubels voor.

Op (bijna) elke radiator een thermostatische kraan
Een kamerthermostaat houdt geen rekening met specifieke wensen voor de andere kamers. Daardoor kan het aangenaam zijn in de woonkamer, maar te warm in de slaapkamers en te koud in de badkamer. Dit probleem kan je oplossen door op alle radiatoren een thermostatische kraan te plaatsen, behalve op de radiatoren in de kamer waar de kamerthermostaat hangt.

(Bron: mijnbenovatie.be)